"Het eerste dat ik zag toen ik aankwam aan de kust was de zee met een slavenschip dat daar voor anker lag en op lading wachtte. Dit vervulde mij met verbazing die weldra in ontzetting omsloeg toen ik aan boord werd gebracht. Ik kreeg niet lang de tijd om toe te geven aan mijn verdriet. Weldra werd ik benedendeks gebracht, en daar kregen mijn neusgaten een begroeting zoals ik nog nooit in mijn leven had meegemaakt."

Bron: Paul Edwards, Equiano's reizen. De autobiografie van een negerslaaf. (Haarlem: Fibula-Van Dishoeck, 1977). De vertaling is van dr Karel Roskam.

Een schip bij de Goudkust in Guinea